Florentius Josephus De Bruyn werd geboren op dinsdag 9 oktober 1900 om 02.00 uur. Hij was het achtste kind van Gustaaf De Bruyn en Maria Thoelen. Zij hadden al drie zonen en vier dochters, waaronder een tweeling. Deze meisjes stierven echter binnen het jaar na hun geboorte.

Op dat ogenblik woont het gezin in de “Braggen” te Halen, de huidige Doelstraat en Marktstraat, achter het stadhuis van Halen.

Opmerkelijk is dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de naam De Bruyn met Y schrijft en dat vader Gustaaf De Bruyn tekent met De Bruijn.

Hij is het vijftigste kind dat geboren wordt in Halen in de 20e eeuw.

Getuige zijn Georgius Odo Loosen (landbouwer) en Ludovicus Liesenborghs (veldwachter). Beide zijn als het ware beroepsgetuigen in Halen. Ze zijn elk meer dan honderd keer getuige bij een geboorte en ruim veertig keer getuige bij een huwelijk.

Geboorteakte

Hij wordt opgeroepen voor de militie klasse van 1920 en wordt ingedeeld in het 4e regiment Jagers te Voet. Hij krijgt een bijzondere vermelding voor zijn tweetaligheid en als fusilier. Eind 1922 zwaait hij af en wordt beschouwd als een ‘voorbeeldig’ milicien.

Hier zie je het volledig boekje: 1920 – Militair zakboekje

Hij huwt op 10 februari 1926 om 11.00 uur met Elvira Augusta Dijmphna Bielen uit Rummen. Hij is dan 25 jaar. Zij krijgen acht kinderen, zes jongens (Oscar, Gaston,  Hugo,  Urbaan , Georges en Marcel) en twee meisjes (Paula en Miet). Het gezin blijft niet gespaard van veel leed. Gaston zal zeer vroeg sterven (amper zeven maand oud) en Miet overlijdt na een auto-ongeval op 19-jarige leeftijd.

Getuigen bij het huwelijk zijn Gustaaf Haenen, 42 jaar, voor de bruidegom en Josef Vangeel, 37 jaar, voor de bruid. Beide zijn schrijnwerker te Rummen. Jozef ondertekent de huwelijksakte ook met De Bruijn.

Jozef verdient de kost als handelsreiziger.

Hij sterft op 1 mei 1975 op 74-jarige leeftijd te Herk-de-Stad.